opgezeten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·ge·ze·ten
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van opzitten: voltooid deelwoord en een klinkerwisseling i-e (IPAː /ɪ/ - /e/)
Werkwoord
vervoeging van: | opzitten… |
verbogen vorm: | opgezetene |
opgezeten
- voltooid deelwoord van opzitten