Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·spie·geld
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van ontspiegelen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van: ontspiegelen…
verbogen vorm: ontspiegelde

ontspiegeld

  1. voltooid deelwoord van ontspiegelen

Gangbaarheid