ontpaling
- ont·pa·ling
- Naamwoord van handeling van ontpalen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontpaling | ontpalingen |
verkleinwoord | - | - |
de ontpaling v
- het verwijderen van palen
- De ontpaling van Gent is al een tweetal jaar bezig. De Gentse straten, fiets- en voetpaden tellen immers 23.000 paaltjes, en die zorgen soms voor gevaarlijke situaties.[1]