• ont·kroe·zen

ontkroezen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontkroezen
ontkroesde
ontkroesd
zwak -d volledig
  1. overgankelijk krullend haar recht maken
    • De Amerikaanse schrijfster Alice Walker beschrijft in haar bundel Anything we love can be saved de vreugde die ze voelde omdat ze haar haar in geen tien jaar gekamd had, en de onthutste reacties van sommige vrienden en familieleden. ,,In dezelfde tien jaar hadden zij wel tientallen liters kankerverwekkende chemicaliën over hun hoofd uitgegoten om hun haar te ontkroezen.' [1] 
    • Toen Ifemelu opgroeide in Nigeria kreeg ze van haar moeder constant te horen dat ze beter een jongen was geweest. Dan zou het zijn toegestaan om dwars te klinken, tegen te spreken. We ontmoeten het hoofdpersonage van ‘Amerikanah’ wanneer ze al dertien jaar in Amerika woont. We treffen haar in een haarvlechtsalon; na jaren van ontkroezen wil ze haar oude kapsel terug. [2] 
  1. De Standaard 11 OKTOBER 2003 OM 00:00 UUR | door Hannah Pool Heilig haar
  2. De Standaard 14 FEBRUARI 2014 Kathy Mathys Ontkroezen