onthecht
- ont·hecht
- vervoeging van onthechten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
onthechten |
onthecht
- enkelvoud tegenwoordige tijd van onthechten
- gebiedende wijs van onthechten
vervoeging van: | onthechten… |
verbogen vorm: | onthechte |
onthecht
- voltooid deelwoord van onthechten
- Het woord onthecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onthecht" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be