Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·gif·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van gift (vergif) met het voorvoegsel ont- en met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontgiften
ontgiftte
ontgift
zwak -t volledig

Werkwoord

ontgiften

  1. overgankelijk van gifstoffen ontdoen
    • Het was een kostbare zaak de bezoedelde bodem geheel te ontgiften. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be