• ont·bran·den
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontbranden
ontbrandde
ontbrand
zwak -d volledig

ontbranden

  1. ergatief een proces ondergaan waarbij vuurverschijnselen ontstaan, in de brand vliegen
    • De vrijgekomen hete waterstof ontbrandde bij de ontploffing van de reactor, zodra het hete gas met de zuurstof van de lucht in aanraking kwam. 
     De afgelopen weken vonden er zogenoemde wet dress rehearsals plaats. Dat zijn als het ware generale repetities, waarbij de raket niet echt wordt gelanceerd. Tijdens die oefening wordt de SLS volgetankt en vlak voordat de motoren ontbranden, wordt de stekker uit de lancering getrokken.[1]
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]
  1.   Weblink bron “NASA is klaar met uitvoeren van tests met maanraket” (27 juni 2022), NU.nl
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be