Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·be·rin·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de ontberingenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ontbering
    • De ontberingen van de poolreiziger zijn niet te onderschatten. 
Vertalingen

Gangbaarheid