onpersoon
- on·per·soon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onpersoon | onpersonen |
verkleinwoord |
de onpersoon m
- iemand die niet in de openbaarheid mag verschijnen op last van de overheid
- Het woord onpersoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onpersoon" herkend door:
33 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be