Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·was·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omwassen
waste om
omgewassen
zwak -t

gemengd

volledig

Werkwoord

omwassen

  1. overgankelijk het inwendige oppervlak van een pot of beker door wassen reinigen
    • Zijn die bekers al omgewassen? 

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
44 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be