omvaren
- om·va·ren
- samenstelling van om en varen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omvaren |
voer om |
omgevaren |
klasse 6 | volledig |
omvaren [1]
- onovergankelijk via een omweg varen
- overgankelijk omver varen
- Het woord omvaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omvaren" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be