ompolen
- om·po·len
- samenstelling van om en polen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ompolen |
poolde om |
omgepoold |
zwak -d | volledig |
ompolen
- verwisselen van de polen (elektriciteit: + of -, magnetisme: zuidpool en noordpool)
- Het woord ompolen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.