omhoogvoeren
- om·hoog·voe·ren
- samenstelling van omhoog bw en voeren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omhoogvoeren |
voerde omhoog |
omhooggevoerd |
zwak -d | volledig |
omhoogvoeren
- ergatief in opgaande richting voeren/leiden
- Met een lichte schok zette de kabel zich in beweging en ze werden omhooggevoerd, door de opening die voor de skilift in de bossen was vrijgemaakt.[1]
- Het woord omhoogvoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ B. Mendes, De kracht van het vuur, 1996