omcirkeld
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·cir·keld
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van omcirkelen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van: | omcirkelen… |
verbogen vorm: | omcirkelde |
omcirkeld
- voltooid deelwoord van omcirkelen