oler
- oler
Naar frequentie | > 50000 |
---|
oler, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van ol
oler, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van ole
- oler
oler, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van ol
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
oler |
olía |
olido |
volledig |
oler
- o·ler
oler
- onovergankelijk (~ a) ruiken (naar), geuren
- overgankelijk ruiken
- overgankelijk stinken
- overgankelijk snuffelen, neuzen
- [4] olfatear