Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • old·ti·mer·ga·ra·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oldtimergarage oldtimergarages
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de oldtimergaragev

  1. werkplaats waar men oude auto's repareert, renoveert en onderhoudt
     Is er een oplossing? Bovens: 'Je zou van het repareren van oldtimers een speciaal vak kunnen maken binnen de opleiding autotechniek. Actief stages bij oldtimergarages aanbieden aan jongeren zou daarbij kunnen helpen.'[1]
  2. ruimte waarin oude auto's geparkeerd staan
     Oldtimergarage in as na hevige brand: Op de Dendermondsesteenweg in Overmere brandde vrijdagavond een garage met oldtimers en een woning volledig uit. Rond 18.45 uur werd vuur aan de achterzijde van het pand opgemerkt. Er vielen geen gewonden maar de brandweer had heel wat moeite om alles onder controle te krijgen. Mogelijk ligt een onkruidbrander, die op de camping achter de zaak gebruikt werd, aan de oorzaak van de brand.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Toekomst 'ronkende' oldtimers onzeker door gebrek aan kundige monteurs” (8 autustus 2022), NOS
  2.   Weblink bron
    fc
    “Oldtimergarage in as na hevige brand” (01/06/2019), De Standaard