ohnmächtig werden

  • ohn·mäch·tig wer·den

ohnmächtig werden

  1. een flauwtje krijgen, flauwvallen, het bewustzijn verliezen
  • aus den Latschen kippen (spreektaal)
  • besinnungslos zu Boden sinken
  • bewusstlos werden
  • das Bewusstsein verlieren
  • die Besinnung verlieren
  • in Ohnmacht fallen
  • in Ohnmacht sinken (formeel)
  • ins Koma fallen (medisch)
  • schwarz vor den Augen werden (figuurlijk)
  • umkippen
  • wegtreten (spreektaal, figuurlijk)