Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oe·fen·den in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inoefenen

oefenden (…) in

  1. meervoud verleden tijd van inoefenen
    • Wij oefenden in. 
    • Jullie oefenden in. 
    • Zij oefenden in.