oefarsien
- IPA: / ufɑrˈsin / (3 lettergrepen)
- oe·far·sien
- van Aramees וּפַרְסִין zn (oefarsien) opgevat als zelfstandig naamwoord: "en halven" of "en Perzen", opgevat als werkwoord "verdeeld, gebroken" [1] [2]
oefarsien
- (Jiddisch-Hebreeuws) gebroken (alleen in onderstaande verbindingen)
- ufarsin (traditionele transcriptie)
- Het woord 'oefarsien' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.