nukkigheid
- Geluid: nukkigheid (hulp, bestand)
- nuk·kig·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nukkigheid | nukkigheden |
verkleinwoord | nukkigheidje | nukkigheidjes |
de nukkigheid v
- het grillig en chagrijnig zijn
- ▸ Mary wilde zo graag het vergrootglas zelf gebruiken dat ze haar nukkigheid liet varen en naast lord Henley bleef rondhangen.[1]
- ▸ Andere Tijden Sport verhaalt over zijn onzekerheid, zijn nukkigheid, over zijn botsingen met coach Rinus Michels en over zijn haat-liefdeverhouding met Johan Cruijff.[2]
- iets wat past bij een grillige en chagrijnige stemming
- Het woord nukkigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tracy Chevalier“Opmerkelijke Schepsels” (2009), Orlando, ISBN 978949208651-8
- ↑ Weblink bron “De sport van zondag bij de NOS” (04-08-2019), NOS