enkelvoud meervoud
nudge nudges

nudge

  1. por [1], zachte duw of stootje
  2. (Amerikaans Engels), (scheldwoord) vervelend iemand, klier
vervoeging
onbepaalde wijs to  nudge 
he/she/it  nudges 
verleden tijd  nudged 
voltooid
deelwoord
 nudged 
onvoltooid
deelwoord
 nudging 
gebiedende wijs  nudge 

nudge

  1. overgankelijk aanstoten
  2. overgankelijk zachtjes duwen of schuiven
  3. (figuurlijk) de aandacht trekken