• nou·gat·bol·len

de nougatbollenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord nougatbol
  1. helemaal niets
     Paars heeft ons het homohuwelijk gegeven, én het adoptierecht. Maar als ik naar de wereld in zijn geheel kijk, is er niks, niente, nougatbollen gebeurd. Ook in dit land: nog altijd gooien zestienjarigen zich voor de trein omdat ze thuis niet durven te vertellen dat ze homo zijn.[1]
  • frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal: [2]
        1
  • frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal: [2]
        2
  1. Humo in:
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, nougatbollen
  2. 2,0 2,1
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    “Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen” (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, nougatbollen