normaliste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: normaliste (hulp, bestand)
Woordafbreking
- nor·ma·lis·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | normaliste | normalistes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de normaliste v
- vrouwelijke student van een normaalschool (kweekschool of pedagogische academie)
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord normaliste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.