noodopvang

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  noodopvang    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• nood·op·vang

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  nood  en  opvang 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	noodopvang	noodopvangen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de noodopvang m

1. opvang in noodgevallen

Gangbaarheid

• Het woord noodopvang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.