Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • neus·de rond
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
rondneuzen

neusde rond

  1. enkelvoud verleden tijd van rondneuzen
    • Ik neusde rond. 
    • Jij neusde rond. 
    • Hij, zij, het neusde rond. 


Gangbaarheid