narcoterrorist
- nar·co·ter·ro·rist
- samenstelling van narco en terrorist [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | narcoterrorist | narcoterroristen |
verkleinwoord | narcoterroristje | narcoterroristjes |
de narcoterrorist m
- uitoefenaar van narcoterrorisme
- is narcoterrorist een beroep? (er wordt grof mee verdiend)
- Het woord 'narcoterrorist' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.