Nederlands

 
napraten na de Wikimedia conferentie
Uitspraak
Woordafbreking
  • na·pra·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

napraten

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
napraten
praatte na
nagepraat
zwak -t volledig
  1. na een gebeurtenis even met elkaar praten over wat er gebeurd is en andere zaken
    • Na de vergadering was er gelegenheid voor gezellig napraten. 
     Wat wil je nog meer? We sliepen allemaal op de vloer bij Trail Angel Shrek, waar we nog lang bleven napraten.[1]
  2. niet al te kritisch in navolging van een ander iets zeggen
    • Waumans oppert dat er niet zozeer méér woede is, maar dat deze vooral zichtbaarder is. „Ik ben ervan overtuigd dat op social media veel mensen elkaar napraten - de retweet is er niet voor niets - en dat het dan ideaal is om je te profileren in een duidelijke richting. Met een roman kan dat niet zo eenvoudig. Woede is niet charmant is voor een roman.” [2] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. NRC Toef Jaeger 23 december 2016
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be