nachtzoen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nacht·zoen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nacht en zoen [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nachtzoen | nachtzoenen |
verkleinwoord | nachtzoentje | nachtzoentjes |
Zelfstandig naamwoord
de nachtzoen m
- kus voor het slapen gaan
Gangbaarheid
- Het woord nachtzoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nachtzoen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be