nachtspel
- nacht·spel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nachtspel | nachtspellen |
verkleinwoord | nachtspelletje | nachtspelletjes |
het nachtspel o
- een spel dat je in de nacht speelt
- Er is een nachtspel, de naaldhakkenrace en een 007 look-alike-wedstrijd. En na een nacht zonder slaap een survivaltocht in een met passer en liniaal aangelegd en van brandnetels en stinkende waterpartijen voorzien bos in een nabijgelegen polder.[2]
- Olympique organiseert de zomereditie van De Nachtspelen waarbij de Transformatorhal voor het eerst als hoofdzaal zal dienen.[3]
- Het woord 'nachtspel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nachtspel" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf Freddy Rikken 13 juni 2009 De vrijwilliger
- ↑ NRC 24 april 2009 3 redenen om uit te gaan
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be