• naar·ling
  • Afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord naar met het achtervoegsel -ling.
enkelvoud meervoud
naamwoord naarling naarlingen
verkleinwoord naarlingetje naarlingetjes

de naarlingm

  1. naar, onaangenaam persoon
    • Je bent een echte naarling. 
90 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be