multiprobleem
- mul·ti·pro·bleem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | multiprobleem | multiproblemen |
verkleinwoord |
het multiprobleem o
- iemand met veel soorten problemen
- Volgens hem worden kwetsbare gezinnen (één ouder, zwakbegaafd, multiprobleem) het hardst geraakt. 'Die zijn vaak afhankelijk van meerdere regelingen als die voor speciaal onderwijs, armoedebestrijding en schuldhulpverlening.' [1]
- Maar voor genoemde 'multiprobleem-jongeren'is het dan al te laat', zegt de onderzoeker. Voor hen werkt de minimale interventie niet.[2]
- De veertig mensen op de CCE-lijst hebben, zoals dat in de zorg heet, multiproblemen. Behandeling is extreem complex. Ze hebben meer stoornissen of beperkingen, zijn onvoorspelbaar, kunnen soms nauwelijks communiceren. Ze hebben het ontwikkelingsniveau van een peuter.[3]
- Het is niet alleen maar integratie, het zijn multiproblemen, diepe shit allemaal, waar je op af moet met sociale blik.”[4]
- Het woord multiprobleem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Het Parool 30 MAART 2016, Bezuinigingen raken vooral de zwakkeren
- ↑ De Volkskrant 11 november 1996, Gevangenisstraf helpt volgens onderzoek nauwelijks bij bestrijding van criminaliteit Driekwart veroordeelde jeugd valt in herhaling
- ↑ NRC Frits Baltesen 7 februari 2011 Voor veertig Brandons moet een oplossing worden gevonden
- ↑ NRC Joost Oranje 6 februari 2010 'Het is nog veel mieser dan ik dacht'