Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mouw·veeg·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
mouwvegen

mouwveegde

  1. enkelvoud verleden tijd van mouwvegen
    • Ik mouwveegde. 
    • Jij mouwveegde. 
    • Hij, zij, het mouwveegde. 

Gangbaarheid