moonboot
  • moon·boot
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord moonboot moonboots
verkleinwoord

de moonbootm

  1. dikke, warme winterlaarzen die lijken op de grote laarzen van de astronauten die over de maan liepen
    • Tijdens de tocht kan de passagier genieten van een mooi ijslandschap en van walrussen en ijsberen. Wees niet bang dat je continu primitief in je moonboots over het ijs loopt te klossen. Excursies vinden per helikopter plaats. [2] 
    • We hebben dan ook nog nooit zo’n diverse kofferinhoud gehad. Van flirterige zomerjurkjes geschikt voor Buenos Aires tot skisokken voor in je warme moonboots om de bekende Martialgletsjer op Ushuaia te beklimmen. Het moet allemaal mee. We ontmoeten er Veronica, een inwoonster van het stadje. [3] 
    • Ik kijk nog eens goed naar mijn dochter en moet inderdaad bekennen dat de combinatie moonboots (kleur rood), legging (psychedelisch bloemetjesmotief), rok (8-laags tule met overdadige paarse glitters), voetbalshirt (Ajax junior collectie) en muts (knalgeel in de vorm van een kanarie) toch echt te ver is gegaan. [4] 


  1. moonboot op website: Etymologiebank.nl
  2. De Telegraaf LIES KOMBRINK 08 nov. 2012 Ultieme waterpret
  3. De Telegraaf WENDY ROEP 27 mei 2014 Walvissen in zicht
  4. De Telegraaf 17 nov. 2014 Kledingkeuze van een 4-jarige