Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mon·ster·vangst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord monstervangst monstervangsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de monstervangstv

  1. de vangst van een monster
  2. (visserij) zeer grote vangst van een vissoort
    • De vissers deden een monstervangst voor de Noorse kust.