monopoliebedrijf
- mo·no·po·lie·be·drijf
- samenstelling van monopolie zn en bedrijf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | monopoliebedrijf | monopoliebedrijven |
verkleinwoord |
het monopoliebedrijf o
- een bedrijf die als enige, en dus zonder concurrentie, een bepaald product levert
- ▸ Tot dusver was het piekvermogen geen enkel probleem. De overheid stelde via „centrale palnning" de omvang van de capaciteit vast en monopoliebedrijven zorgden voor de stroom. Dat leidde tot een overcapaciteit en maakte de stroom volgens Brinkhorst onnodig zo’n 20 procent duurder dan die eigenlijk zou hoeven zijn.[1]
- ▸ En dacht u dat dit monopoliebedrijf het fatsoen heeft gehad de luisteraar hier schriftelijk van op de hoogte te brengen? Of dat het abonnementsgeld wordt verlaagd? Neen, natuurlijk niet. Inspraak in dit hele proces was uiteraard niet mogelijk. Klagen via de mail kan ook niet, want zoals veel andere bedrijven is Ziggo zo niet meer te bereiken.[2]
- Het woord monopoliebedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Brinkhorst: extra investeren in opwekken stroom” (3 september 2003), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “Ziggo radio” (8 oktober 2021), Het Parool