monitrice
- mo·ni·tri·ce
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | monitrice | monitrices |
verkleinwoord | monitricetje | monitricetjes |
de monitrice v
- (beroep) vrouwelijke vorm van monitor, jeugdleidster, groepleidster
- Het woord monitrice staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "monitrice" herkend door:
20 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be