• Afkomstig van he Mongoolse woord   (mongɣol), cyrillisch: Монгол (mongol)
Naar frequentie 31951
Klasse m4
sterk
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   mongóli     mongólinn     mongólar     mongólarnir  
genitief   mongóla     mongólans     mongóla     mongólanna  
datief   mongóla     mongólanum     mongólum     mongólunum  
accusatief   mongóla     mongólann     mongóla     mongólana  

mongóli, m [1]

  1. (antropologie) Mongool
    «Innrás Mongóla frá Austur-Asíu í löndin austan Miðjarðarhafs oró mjög úr vexti Arabaríkjanna. Þannig lögðu mongólar Bagdad eyði árið 1258.»
    De Mongoolse invasie van Oost-Azië door de oostelijke Middellandse Zee verstoorde de groei van de Arabische staten sterk. Zo verwoestten de Mongolen Bagdad in 1258.
1.3.5 Ýmis gömul (og úrelt) kynþáttaheiti (einkum byggð á útlitseinkennum) eru rituð með litlum upphafsstaf
aríar, eskimóar, kákasítar, mongólar (Asíubúar), negrar, negrítar
Bron: Ritreglur: IJslandse spellingregels- Advertenties van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur nr. 695/2016 en 800/2018 met correcties.
2. Vertaling van 1. in het Nederlands
IJslandse spellingregels:
"1.3.5 Diverse oude (en verouderde) raciale namen (voornamelijk gebaseerd op fysieke kenmerken) worden in kleine letters geschreven."
"• ariërs, Eskimo's, Kaukasiër, Mongolen (Aziaten), negers, pygmeeën"