Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mon·di·a·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

mondialiseren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
mondialiseren
mondialiseerde
gemondialiseerd
zwak -d volledig
  1. iets over de hele wereld verspreiden
     Ducrot: "Cookson profileert zich te weinig, hij laat zich niet genoeg zien. Hij heeft vier speerpunten: het vrouwenwielrennen verbeteren, doping terugdringen, professionaliseren en het wielrennen mondialiseren. Maar om dat te bereiken, zal hij meer de dialoog moeten aangaan en de media meer moeten opzoeken. Hij is een echte Britse gentleman, met intelligente ideeën, maar in de ontspoorde wielrenwereld moet je harder zijn."[1]
     Hij krijgt lof voor het professionaliseren en mondialiseren van de wielersport, maar wordt ook gezien als de man die Lance Armstrong de hand boven het hoofd hield.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “"Cookson is goed, maar langzaam"” (Vrijdag 26 september 2014, 10:26), NOS
  2.   Weblink bron “Hein Verbruggen, visionair bevlekt door dopingtijdperk” (Woensdag 14 juni 2017, 12:31), NOS