Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·lei·ders
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de misleidersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord misleider

Bijvoeglijk naamwoord

misleiders

  1. partitief van de vergrotende trap van misleid
    • Dat is iets misleiders... 

Gangbaarheid