• mi·nu·te·rie
enkelvoud meervoud
naamwoord minuterie minuterieën
verkleinwoord minuterietje minuterietjes

de minuteriev

  1. tijdschakelaar
    • Op de overloop druk ik op het rood schemerende knopje van de minuterie, maar er gebeurt niets. [1]
25 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[2]