minitop
- mi·ni·top
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | minitop | minitops minitoppen |
verkleinwoord | minitopje | minitopjes |
de minitop m
- een topconferentie met minder dan het normale aantal leden
- De middenvariant, het kopgroepen-Europa, is de optie die vooralsnog het meeste enthousiasme losmaakt. De Duitse bondskanselier Merkel en de Franse president Hollande schaarden zich er achter en brachten het concept twee weken geleden in de praktijk door een minitop te houden met twee andere grote EU-landen: Spanje en Italië. Een kopgroep in de dop? [1]
- Het woord minitop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "minitop" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ NRC Stéphane Alonso 24 maart 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be