• mi·ni·pil
  • afgeleid van pil met het voorvoegsel mini-
enkelvoud meervoud
naamwoord minipil minipillen
verkleinwoord

de minipilv / m

  1. (medisch) (farmacologie) anticonceptiepil die alleen progestageen bevat
    • Het oestrogeen is voornamelijk aan de pil toegevoegd om te zorgen voor een regelmatige, voorspelbare menstruatiecyclus. Progestageen voorkomt zwangerschap. Dat synthetische hormoon kan de eetlust wat bevorderen. De progestageen-alleen pil (minipil), prikpil, het anticonceptiestaafje en de hormoonspiraal bevatten alleen progestageen. [1] 
    • Drie grote onderzoeken in de jaren tachtig, waarbij kraamvrouwen door loting de `gewone' combinatiepil dan wel de minipil (die geen oestrogeen bevat) of helemaal niets kregen voorgeschreven, toonden aan dat in de combinatiepilgroep niet alleen de baby's minder goed groeiden, maar ook minder vrouwen na drie maanden nog borstvoeding gaven. [2] 
    • Vrouwen die een combinatiepil slikken, maken bijna een kwart meer kans om na verloop van tijd ook antidepressiva voorgeschreven te krijgen, doorgaans in het eerste halfjaar nadat ze met de pil zijn begonnen. Vrouwen die een minipil gebruiken (pillen die alleen maar progestagenen bevatten, en geen oestrogeen) liepen zelfs een derde meer kans dan vrouwen die geen hormonale voorbehoedsmiddelen gebruikten. [3] 
86 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]
  1. Het Parool JAAP SEIDELL 1 FEBRUARI 2018 Antwoord op al je vragen over voeding en gezondheid
  2. NRC Mariël Croon 9 oktober 1999 Versmade melk
  3. De Standaard 5 OKTOBER 2016 Pilgebruik verhoogt kans op depressie
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be