Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mi·cro·agres·sie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord microagressie microagressies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de microagressiev

  1. subtiel, niet openlijk discriminerend of pestend gedrag dat vaak wordt weggewuifd als iets kleins
     Universitair docent Buijs katapulteerde zichzelf in januari naar de voorhoede van die tegenbeweging. Hij schreef een vlammend opiniestuk in het Amsterdamse universiteitsblad Folia. ‘Het verschijnsel ‘non-binair’ en de bijbehorende obsessie met ‘pronouns’ (persoonlijke voornaamwoorden) zie ik als een lege hype in de hoogmoderne samenleving, een verschijnsel zonder wetenschappelijke basis’, schrijft hij daarin. ‘Het debat hierover kan echter amper gevoerd worden zonder dat ik word beschuldigd van discriminatie. Studenten en collega’s zeggen dat ik met mijn standpunten hun ‘safe space’ schend en zien dat als een ‘microagressie’.’[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Cyril Rosman
    “Hoe de woke-discussie ontspoort aan de universiteit: ‘Je bent een ziekelijke psychopaat!’” (22-05-2023), Tubantia