• met·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
metsen
metste
gemetst
zwak -t volledig

metsen

  1. overgankelijk met voegspecie stenen samenvoegen tot een muur
    • Daarop metste ik zelf de buitenmuren in baksteen. 
19 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be