Nederlands

 
[2] oorlogsmonument met meikrans
Uitspraak
Woordafbreking
  • mei·krans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meikrans meikransen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

meikrans m [1]

  1. een bloemenkrans die men maakt voor een meifeest
    • Dit proces wordt uitgebeeld in het ritueel van de uitverkiezing van de meikoning en meikoningin en vervolgens in het opzetten van een meipaal met een meikrans of hoepel, die weer versierd is met rode en witte linten. [2] 
  2. een bloemenkrans die men bij een monument voor oorlogsslachtoffers zet op 4-mei tijdens de dodenherdenking

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen