• me·ga·frau·de
enkelvoud meervoud
naamwoord megafraude megafraudes
verkleinwoord

de megafraudev / m

  1. hele groot bedrog en gesjoemel
     Ruth Madoff noemde het een impulsieve daad die werd veroorzaakt door de niet-aflatende media-aandacht rond haar man. Ook de breuk met haar zoons speelde een rol. Zij hadden hun vader eerder die maand aangegeven voor de megafraude.[1]
     Hoofdverdachte Jan van V., voormalig directeur van Bouwfonds, trof de grootste schikking ooit in Nederland: zo'n 70 miljoen euro. Justitie ziet hem als initiator van de megafraude. Hij wordt verdacht van miljoenenverduistering, witwassen en deelname aan een criminele organisatie. Van V. moet ondanks de schikking voor de rechter verschijnen.[2]


  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Echtpaar Madoff deed zelfmoordpoging” (Donderdag 27 oktober 2011, 07:07), NOS
  2.   Weblink bron
    Door verslaggever Merlijn Stoffels
    “Klimop-zaak: tweederde terugbetaald” (Donderdag 14 april 2011, 17:00), NOS