meevliegen
- Geluid: meevliegen (hulp, bestand)
- mee·vlie·gen
- samenstelling van mee bw en vliegen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meevliegen |
vloog mee |
meegevlogen |
klasse 2 | volledig |
meevliegen
- ergatief op een vlucht vergezellen
- Er zijn in een vlucht sneeuwganzen vaak ook een paar kleine sneeuwganzen die meevliegen.
- ergatief in een vlucht meereizen
- Hij was niet met dat vliegtuig meegevlogen en kwam daarom een paar uur later aan.
- Het woord meevliegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.