meestbiedende
- meest·bie·den·de
- samenstelling van meest bw en biedende zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meestbiedende | meestbiedenden |
verkleinwoord |
- persoon die op een veiling bereid is de hoogste prijs te betalen
- ▸ Een lezer stuurde de redactie van deze krant het afgelopen weekend de kaart, met daarop globaal uitgerekend wat een snelle verkoop van de panden aan de meestbiedende begrotingstechnisch zou betekenen.[1]
- Het woord meestbiedende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “'Groeten' in de uitverkoop” (02-01-2008), Tubantia