• meest·bie·den·de
enkelvoud meervoud
naamwoord meestbiedende meestbiedenden
verkleinwoord

de meestbiedendev / m

  1. persoon die op een veiling bereid is de hoogste prijs te betalen
     Een lezer stuurde de redactie van deze krant het afgelopen weekend de kaart, met daarop globaal uitgerekend wat een snelle verkoop van de panden aan de meestbiedende begrotingstechnisch zou betekenen.[1]



  1.   Weblink bron “'Groeten' in de uitverkoop” (02-01-2008), Tubantia