stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
maximaliseren
maximaliseerde
gemaximaliseerd
zwak -d volledig
  • maxi·ma·li·se·ren

maximaliseren

  1. overgankelijk zo groot mogelijk maken
    • De ontwerper haalde de zon naar de noordelijke tuinzijde, maximaliseerde de ruimtelijkheid en scheidde privaat van professioneel.