• ma·vo
enkelvoud meervoud
naamwoord mavo -
verkleinwoord - -

het mavoo

  1. (onderwijs), (letterwoord), (afkorting) de afkorting voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, een Nederlandse schoolsoort na de lagere school
    • Deze leerling volgt mavo. 
  2. (afkorting) de afkorting voor maatschappelijke vorming, een schoolvak in het Vlaamse beroepssecundaire onderwijs
    • Zij heeft mavo in haar vakkenpakket. 
enkelvoud meervoud
naamwoord mavo mavo's
verkleinwoord mavootje mavootjes

de mavov / m

  1. een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs
    • Hij zit al drie jaar op een mavo. 
99 % van de Nederlanders;
53 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be