mavo
- ma·vo
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mavo | - |
verkleinwoord | - | - |
het mavo o
- (onderwijs), (letterwoord), (afkorting) de afkorting voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, een Nederlandse schoolsoort na de lagere school
- Deze leerling volgt mavo.
- (afkorting) de afkorting voor maatschappelijke vorming, een schoolvak in het Vlaamse beroepssecundaire onderwijs
- Zij heeft mavo in haar vakkenpakket.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mavo | mavo's |
verkleinwoord | mavootje | mavootjes |
- een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs
- Hij zit al drie jaar op een mavo.
- Het woord mavo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mavo" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be